Eind 2020 en begin 2021 zijn gesprekken gevoerd met de kaderhuisartsen ouderenzorg en Zorg en Zekerheid, waar naast de inkopers huisartsenzorg ook collega’s van wijkverpleging, het Zorgkantoor (Wlz) en de adviserend geneeskundige aanwezig waren. De gesprekken zijn door alle partijen als zeer prettig ervaren waarbij gesproken over de belangrijke uitdagingen binnen de ouderenzorg. Graag geven we hierbij een eerste terugkoppeling op voor de huisarts belangrijke onderwerpen.
Consultatie SO ook bij laag ELV Tijdens de gesprekken bleken twee misverstanden te bestaan over de inzet van de Specialist Ouderengeneeskunde (SO), welke wij hier graag rechtzetten:
- Ook als een cliënt op een ELV laag complex plek is opgenomen kan de huisarts de SO consulteren. De huisarts is dan verantwoordelijk voor de zorg aan de cliënt, maar kan gewoon (zoals in de thuissituatie) de SO inroepen.
- Daarnaast is het niet nodig om elke 3 maanden een nieuwe verwijzing/verlenging te regelen voor inzet van de SO.
Inzet POH-GCO bij dementerende patiënten In onze huidige contractvoorwaarden voor de POH-GCO staat dat deze niet ingezet mag worden bij patiënten die dementerend zijn. Dit omdat de groep dementerenden met een complexe zorgvraag in leeftijdscategorie 75 of ouder doorverwezen zouden moeten worden naar de casemanager dementie (CMD) en wij dubbele financiering willen voorkomen. Vanuit de kaderhuisartsen begrijpen we dat de POH-GCO soms in wordt gezet bij (beginnende) dementie, zonder betrokkenheid van een CMD. In overleg is besloten onze contractvoorwaarden te verruimen. Vanaf heden mag de POH-GCO ook zorg verlenen aan dementerenden, mits er geen sprake is van dubbelfinanciering / dubbelloop in inzet tussen POH-GCO en CMD. Het is daarbij belangrijk dat de verantwoordelijkheden goed zijn afgestemd tussen huisartsen en aanbieders van CMD. Wij zullen later dit jaar daadwerkelijk de tekst van onze contractvoorwaarden hierop aanpassen, maar u mag het nu al in uw praktijk toepassen.
Uitbreiding bedden Wlz inclusief behandeling Bij een aantal Wlz-aanbieders in onze regio verhoogt het Zorgkantoor in 2021 het aantal plekken met behandeling. De Wlz-aanbieders bepalen zelf hoe ze toename in behandeling inrichten: bijvoorbeeld specifieke afdelingen, of verspreid over de organisatie en verschillende locaties. Het kan zodoende gevolgen hebben voor één of meerdere huisartsen. We hebben de aanbieders gevraagd om dit in goed overleg met de huisartsen te doen. Per wanneer de plekken gedurende 2021 omgezet worden van plekken zonder behandeling naar plekken met behandeling, is verschillend per aanbieder.
Wanneer een cliënt verschuift van een bed zonder behandeling naar een bed met behandeling, betekent dit dat de huisarts niet langer de hoofdbehandelaar is. Indien u als huisarts wordt gevraagd door een Wlz-aanbieder om huisartsenzorg te leveren op een plek met behandeling is het belangrijk om hierover goede afspraken te maken met de Wlz-aanbieder, net zo goed als dat u deze afspraken moet maken voor het leveren van huisartsenzorg op een plek zonder behandeling.
|